- TITELKERKEN -
Inleiding
- Naast het feit dat de bisschop van Rome tevens de Opperherder van de Wereldkerk is, kent het bisdom Rome nog een paar bijzonderheden, namelijk de zgn. titelkerken, die net als de minder bekende suburbiciare bisdommen en de diaconiën aan de kardinalen worden toegewezen.
Toewijzing
|
Het wapenbord van Dario kardinaal Castrillón Hoyos aan de gevel van de SS. Nome di Maria al Foro Traiano
|
- Elke nieuw gecreëerde kardinaal krijgt bij zijn benoeming één van deze kerken, bisdommen of diaconiën toegewezen, waardoor zij respectievelijk titulair priester, (suffragaan)bisschop of diaken van het (aarts)bisdom Rome wordt.
- In die hoedanigheid zijn zij dan gerechtigd om een nieuwe bisschop van Rome en daarmee de nieuwe Paus te kiezen.
Bevoegdheden
- De toewijzing van een titelkerk, suburbicair bisdom of diaconie geeft de betrokken kardinaal geen enkele bestuursbevoegdheid. Die is en blijft in handen van de eventuele priester, bisschop of diaken die daar voor de reguliere dienst benoemd is.
- Het enige recht dat er, naast de titel, voor een kardinaal aan een toewijzing verbonden is, is dat hij zijn wapen mag laten aanbrengen op de gevel van zijn titelkerk.
Pauskeuze
- De reden dat kardinalen een titelkerk, suburbicair bisdom of diaconie toegewezen krijgen ligt in de manier waarop een nieuwe Paus gekozen wordt. Bijna alle bisschoppen worden tegenwoordig door de Paus benoemd, maar hij kan niet zijn eigen opvolger benoemen. Daarom wordt voor hem nog altijd de procedure gevolgd zoals die in de begintijd van de Kerk gebruikelijk was, namelijk uitverkiezing door de geestelijkheid van het bisdom.
- In het bisdom Rome waren het de priesters van de 28 hoofdkerken van de stad, de diakens die aan het hoofd stonden van de met armenzorg belaste diaconiën en de bisschoppen van de 7 omliggende (suburbiciare) bisdommen die samen de bisschop kozen. Deze belangrijke geestelijken werden allengs ook meer en meer betrokken bij het bestuur van de Wereldkerk. Vanwege de "spilfunctie" (Lat.: cardo) van hun parochiekerken en hun voornaamheid (Lat.: cardinalis) werden zij kardinalen genoemd.
- Paus Alexander III bepaalde in 1179 dat voortaan alleen deze kardinalen het recht zouden hebben een nieuwe bisschop van Rome en daarmee dus een nieuwe Paus te kiezen. Sinds die tijd werden ook bisschoppen van buiten Rome betrokken bij het centrale bestuur van de Kerk en om die reden opgenomen in het college van kardinalen.
- Om nu te zorgen dat ook deze "buitenstaanders" het recht hadden om een nieuwe Paus te kiezen, kregen zij een titelkerk, suburbicair bisdom of diaconie toegewezen, zodat zij daardoor deel gingen uitmaken dan de Romeinse geestelijkheid aan wie dat recht tot het kiezen van de bisschop van Rome toekwam.
De Diaconiën
- Van oudsher was de stad Rome ingedeeld in 7 diaconiën met elk een diaken aan het hoofd. Hun taak was het zorgdragen voor hulpbehoevenden.
- Het diakenschap van één van deze diaconiën wordt toegewezen aan kardinalen die (nog) geen residerend bisschop zijn. Met goedkeuring van de Paus kan een kardinaal-diaken na 10 jaar kardinaal-priester worden.
- Deze kardinalen behoren tot de rang van kardinaal-diakens.
De Titelkerken
- Oorspronkelijk waren er 28 hoofdkerken, maar met het geleidelijk stijgen van het aantal kardinalen, werden ook steeds meer Romeinse parochiekerken als aan een kardinaal toe te wijzen titelkerk aangewezen.
- De titelkerken worden toegewezen aan alle kardinalen die bij hun creatie reeds bisschop zijn. Dit betreft de meeste gevallen.
- Deze kardinalen behoren tot de rang van kardinaal-priesters. Een kardinaal-priester die reeds langere tijd kardinaal is en in de Romeinse Curie werkzaam is, kan door de Paus een vrijgekomen suburbicair bisdom toegewezen krijgen en daarmee kardinaal-bisschop worden.
De Suburbicaire bisdommen
- Er zijn zeven suburbicaire bisdommen, te weten: Albano, Ostia, Porto-Santa Rufina, Palestrina, Sabina-Poggio, Mirteto, Frascati en Velletri. Ostia is zeer klein en wordt daarom altijd toegewezen aan degene die tot Deken van het College van Kardinalen wordt gekozen, dit naast het suburbicaire bisdom dat hem bij zijn creatie tot kardinaal reeds is toegewezen.
- De suburbicaire bisdommen worden toegewezen aan kardinalen die reeds langere tijd kardinaal zijn en werkzaam zijn in de Romeinse Curie.
- Deze kardinalen behoren tot de rang van kardinaal-bisschoppen. Hiertoe behoren ook eventueel tot kardinaal verheven Oosterse patriarchen, zij het dat aan hen geen suburbicair bisdom wordt toegewezen.
Praktijkvoorbeelden
- Gustaaf kardinaal Joos, pastoor van Landskouter in het bisdom Gent, was tot zijn overlijden in 2004 kardinaal-diaken van S. Pier Damiani ai Monti di S. Paolo.
- Adrianus kardinaal Simonis, de voormalige aartsbisschop van Utrecht, is kardinaal-priester met als titelkerk de S. Clemente.
- Godfried kardinaal Danneels, de voormalige aartsbisschop van Mechelen-Brussel, is kardinaal-priester met als titelkerk de S. Anastasia.
- Joseph Ratzinger, de huidige paus Benedictus XVI en voordien prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, was aanvankelijk kardinaal-priester met als titelkerk de S. Marie Consolatrice al Tiburtino, maar werd in 1993 be- noemd tot kardinaal-bisschop van Velletri-Segni en in 2002, na zijn keuze tot deken van het College van Kardinalen, kreeg hij ook het suburbicaire bisdom Ostia toegewezen.
Links en Literatuur
- S. de Blaauw e.a.: Pracht en Praal van de Paus, Schatten uit het Vati- caan, Amsterdam/Gent, 2003.
- Cardinals of the Holy Roman Church
|