VIEREN
Liturgie
Sacramenten
Manifestaties
Terug naar de beginpagina
      De ROOMS-
KATHOLIEKE KERK

Het Pausschap
- Organen
- Attributen
- Gunstbewijzen
De Heilige Stoel
- Romeinse Curie
- Diplomatie
Paus Franciscus
- Eerdere pausen
- Sede Vacante
Bisdom Rome
Vaticaanstad
Kerkorganisatie
- Collegiale organen
Religieuze
gemeenschappen

Lekenorganisaties

     De Oosterse
Katholieke Kerken


Gastenboek
Over deze site
Links
Home > Rooms-Katholieke Kerk

Rooms-Katholieke Kerk

- KERNGEGEVENS -


Jezus Christus van Nazareth, de Zoon van God Geestelijk hoofd: Jezus Christus van Nazareth, de Zoon van God.

Plaatsbekleder: De Paus, sinds 2013: Franciscus.

Ontstaan: met Pinksteren rond het jaar 30 na Chr.


Zelfbeeld: Lichaam en Bruid van Christus, Volk van God, Tempel van de Heilige Geest.

Gestalten: De strijdende Kerk op aarde, de lijdende Kerk in het vagevuur, de triomferende Kerk in de hemel.

Kenmerken: Eén, Heilig, Rooms, Katholiek en Apostolisch.


Kerktype: Episcopaal-Hiërarchisch


Taken: Het verkondigen van het geloof, het heiligen van de gelovigen, het besturen van de kerkgemeenschap.

Liturgie: Volgens de Latijnse ritus met het Latijn als liturgische taal (in de praktijk veelal de volkstaal).


Patroonheilige: Sint Jozef (feestdag: 19 maart)


Organisatie:
ca. 640 aartsbisdommen, waaronder 9 patriarchaten
ca. 2200 bisdommen en apostolische administraties
ca. 220.000 parochies en missiestaties
ca. 1600 religieuze orden en gemeenschappen
(cijfers over 2013)

Personen:
ca. 5300 bisschoppen
ca. 414.000 priesters
ca. 46.000 diakens
ca. 648.000 vrouwelijke religieuzen
ca. 355.000 lekenmissionarissen
ca. 1.313.000.000 gelovigen
(cijfers per 31-12-2017)


Overzicht van de percentages katholieken per land


Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
Organogram Rooms-Katholieke Kerk


Wereldkerk:
PAUSSCHAP
Sede Vacante:      
College van Kardinalen                      
Apostolische Kamer
     
Heilige Stoel             
            Romeinse Curie

     Bisschoppensynode                                     Algemeen Concilie



Bisschoppenconferenties            
Kerkprovincies:


Bisdommen:
BISCHOPPEN            
            Hulpbisschoppen
Kathedrale kapittels                                         

Vicarissen            


Dekenaten:


Parochies:
Pastoors         
         Kapelaans

Diakens
Pastoraal werkenden
Catechisten

                                       Lekenorganisaties

KATHOLIEKE GELOVIGEN

Religieuze Orden en
Gemeenschappen:


Generale
Oversten





Provinciale
Oversten





Lokale
Oversten


van Kloosters,
Abdijen en andere
Gemeenschappen



RELIGIEUZEN





Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
STRUCTUUR van de ROOMS-KATHOLIEKE KERK


De Rooms-Katholieke Kerk is een gemeenschap van mensen die rondom haar ambtsdragers leven in navolging van Jezus Christus. De Kerk wil dus geen abstract, onpersoonlijk of bureaucratisch instituut zijn, maar een netwerk waarin concrete personen centraal staan.

Tegelijk weet de Kerk dat een goede organisatie ook belangrijk is voor het kerkelijke en geestelijke leven van de gelovigen en daarmee voor de dienst aan God. Het bewaren van het evenwicht tussen mens en organisatie is daarom een belangrijke taak voor al diegenen die in de Kerk leiding geven.


Paus Franciscus temidden van enthousiaste gelovigen
Paus Franciscus temidden van enthousiaste gelovigen
(foto: CNS photo/Stefano Rellandini, Reuters)


Structuren

Binnen de Rooms-Katholieke Kerk kunnen een drietal structuren worden onderscheiden:

* Kerkorganisatie
Dit is de belangrijkste structuur en bestaat uit de geestelijke ambtsdragers die tot diaken, priester of bisschop gewijd zijn. Alszodanig oefenen zij de functies uit waarvoor die betreffende wijding vereist is: van diaken tot en met de Paus. Deze hiërarchische structuur komt voort uit de zending die de apostelen van Jezus Christus hebben ontvangen.

* Religieuze gemeenschappen
Hieronder vallen de kloosters en andere religieuze orden, congregaties en gemeenschappen. Deze hebben een meer democratische structuur die geworteld is in de persoonlijke spiritualiteit van de mannen en vrouwen die hun leven aan God gewijd hebben.

* Lekenorganisaties
Deze bestaan uit katholieke lekengelovigen en hebben in de loop der eeuwen uiteenlopende vormen aangenomen. Ook deze organisaties hebben een meer democratische structuur en vertonen vaak veel overeenkomsten met puur wereldlijke organisatievormen.


Bisschoppen

Centraal in de hiërarchische structuur van de Kerk staan de bisschoppen. Zij zijn de rechtstreekse opvolgers van de eerste apostelen en daarom komen aan hen alle kerkelijke taken en bevoegdheden toe.

Een bisschop heeft als taak het verkondigen van het geloof, het heiligen van de gelovigen en het besturen van de de aan hem toevertrouwde geloofsgemeenschap.


De aartsbisschop en hulpbisschoppen van Westminster
De aartsbisschop en hulpbisschoppen van Westminster
gekleed in de liturgische kledij in 2019
(foto: Mazur/catholicnews.org.uk)


Hogere ambten

Vanuit het bisschopsambt zijn er in de loop van de geschiedenis hogere en lagere ambten ontstaan. De hoogste ambten in de Kerk kunnen alleen vervuld worden door hen die tot bisschop gewijd zijn:

* De Paus is als bisschop van Rome de rechtstreekse opvolger van de apostel Petrus. Daarom geldt hij als de plaatsvervanger van Christus en de eerste onder de bisschoppen.

* Patriarchen zijn aartsbisschoppen op de meest eerbiedwaardige zetels, waarvan de oudste door de eerste apostelen zijn gesticht.

* Aartsbisschoppen zijn bisschoppen op een belangrijke oude zetel. Vaak spelen zij een coördinerende rol voor de bisschoppen in hun omgeving. De bisschoppen en bisdommen onder hun gezag (zgn. suffragaanbisdommen) vormen dan samen een kerkprovincie waarvan de aartsbisschop de metropoliet is.

* Hulpbisschoppen zijn bisschoppen die niet zelf leiding aan een bisdom geven, maar die een leidinggevende bisschop (de ordinaris) bijstaan. Omdat een hulpbisschop ook de bisschopswijding heeft ontvangen, kan hij o.a. de aan een bisschop voorbehouden sacramenten bedienen.


Lagere ambten

De volgende ambten worden vervuld door hen die tot priester gewijd zijn. Het priesterschap is een sacrament dat de bevoegdheid geeft om een deel van de, met name sacramentele, taken van de bisschop uit te oefenen:

* Vicarissen zijn priesters die de bisschop bijstaan in het besturen van het bisdom en zo nodig met speciale toestemming ook enkele sacramentele taken kunnen overnemen, met name het toedienen van het Vormsel.

* Dekens zijn priesters die een coördinerende rol hebben voor een uit meerdere parochies bestaande regio van een bisdom.

* Pastoors zijn priesters die de leiding hebben over een parochie en aldaar, namens de bisschop, verkondigen, heiligen en besturen.

* Kapelaans zijn priesters die de pastoor van een parochie assisteren. Omdat een kapelaan de priesterwijding heeft ontvangen, mag hij alles doen wat de pastoor ook mag, zij het onder diens verantwoordelijkheid.


Nieuwere ambten

Naast bovengenoemde ambten zijn er na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) een aantal nieuwere ambten ingesteld en ontstaan:

* Diakens assisteren de pastoor van een parochie en hebben met zorg name voor de behoeftigen in de parochie. Voor het diakenschap bestond een aparte wijding, die door het Concilie als zelfstandig ambt in ere werd hersteld. Een diaken wordt net als een priester gewijd door de bisschop, maar is slechts bevoegd tot het verkondigen en het bedienen van sacramentalia.

* Pastorale werkers zijn lekengelovigen, die meestal een theologische opleiding hebben genoten. Met een bisschoppelijke zending mogen zij de pastoor bijstaan in het verkondigen en in de zorg voor de behoeftigen van een parochie. Hun werk is te vergelijken met dat wat Catechisten doen ter assistentie van priesters (missionarissen) in missiegebieden.


Home > Rooms-Katholieke Kerk > Structuur - naar boven
ZELFBEELD van de ROOMS-KATHOLIEKE KERK


De Rooms-Katholieke Kerk is een geloofsgemeenschap die zich verbonden weet met de Drie-Ene God. Alszodanig ziet zij zichzelf als het Lichaam en de Bruid van Christus, als het Volk van God en als de Tempel van de Heilige Geest.

Daarnaast zijn er nog andere, vaak bloemrijke bijbelse beelden die op de Kerk worden toegepast. Omdat de vier eerdergenoemde de meest belangrijke zijn, zullen deze hierna nader worden toegelicht.


De Allerheiligste Drieëenheid van
Vader, Zoon en Heilige Geest


Lichaam van Christus

De Katholieke Kerk ziet zichzelf als het geestelijke en mystieke Lichaam van Christus, waarin Hij voortleeft zoals Hij in ons is en wij in Hem zijn (Joh. 15,4-5).

Deze bijzondere, zelfs mysterievolle, maar daarom niet minder werkelijke gemeenschap tussen ons eigen lichaam en Zijn Lichaam komt tot stand door het doopsel in Zijn naam en wordt gevoed door de heilige Communie: "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem" (Joh. 6,56).

Doordat wij op deze wijze Christus' Mystieke Lichaam mogen en kunnen zijn, kunnen wij ook deelhebben aan de Verlossing, die Hij middels het offer van Zijn aardse lichaam heeft bewerkstelligd. Aldus is de Kerk het Lichaam van Christus, waarmee de verrezen Heer in de wereld aanwezig is (1 Kor. 12,1-31).

Deze voorstelling van de Kerk als het Lichaam van Christus is de belangrijkste en waarschijnlijk ook de diepste geestelijke en spirituele uitdrukking van wat de Kerk is en wil zijn.

Toch kan dit zo mystieke beeld ook verrassend praktisch vertaald worden: namelijk dat de gelovigen Christus letterlijk handen en voeten geven en Zijn ogen, oren en stem op aarde zijn.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 787 e.v.


Bruid van Christus

Zoals de Kerk het Mystieke Lichaam van Christus is, zo is zij tegelijk ook de Bruid van Christus en zijn zij beiden één zoals bruidegom en bruid één worden als man en vrouw (Ef. 5,31-32).

Daarbij is Christus zelf, als Hoofd van zijn Lichaam, de bruidegom en is de Kerk, als zijnde Zijn Mystieke Lichaam, de bruid (Marcus 2,19).

De eenheid van Christus en Zijn Kerk, van Hoofd en Ledematen van hetzelfde Lichaam wordt op deze manier verbeeld als in een persoonlijke liefdesrelatie. Dit beeld werd reeds door de profeten uit het Oude Testament voorzegd en is aangekondigd door Johannes de Doper (vergelijk Johannes 3,29).

Op deze wijze zijn zowel de Kerk als geheel, als iedere gelovige afzonderlijk te zien als verloofden van Christus, die in het Hiernamaals, als in een mystiek huwelijk, de eenwording wacht, waarbij God in allen en in allen alles zal zijn.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 796.


Volk van God

In het Oude Testament koos God het volk van Israël uit als Zijn uitverkoren Volk, waarmee Hij een Verbond sloot (Deut. 4,11; 9,10) en dat Hij geleidelijk aan onderwezen heeft opdat het Zijn Liefde voor de mensheid zou inzien en verkondigen.

Het volk van Israël bleek echter niet aan deze hoge roeping te kunnen voldoen en zo zag God Zich genoodzaakt een nieuw Verbond te sluiten: het Offer dat Zijn enige eigen zoon Jezus Christus zou brengen. Dit was het uiteindelijke volmaakte offer dat Verlossing bracht voor alle mensen en beschikbaar is voor iedereen die in Christus gelooft.

Daardoor ontstond een nieuw Volk, niet meer, zoals bij het volk Israël, gebaseerd op bloedverwantschap, maar op geestelijke geloofsverwantschap. Dit nieuwe Volk van God is de Kerk, die net als het oude volk van Israël is uitverkoren om Gods Liefde te mogen inzien en die aan de gehele wereld te verkondigen.

Dit beeld van de Kerk als Volk van God is door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) in de dogmatische constitutie Lumen Gentium uitgewerkt om naast de traditionele hiërarchische visie op de Kerk ook recht te doen aan de gemeenschap en het priesterschap van alle gelovigen.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 781 e.v.


Tempel van de Heilige Geest

Tenslotte wordt zowel elke individuele gelovige, als de gehele Kerkgemeenschap gezien als Tempel van de Heilige Geest: "Weet gij niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest?" (1 Kor 6,19).

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 797 e.v.


Home > Rooms-Katholieke Kerk > Structuur - naar boven
GESTALTEN van de ROOMS-KATHOLIEKE KERK


De Rooms-Katholieke Kerk is niet alleen een concrete en zichtbare organisatie van mensen, maar tegelijk ook een onzichtbare geestelijke gemeenschap, die boven de aardse werkelijkheid uitstijgt en tot in de hemel reikt.

Omdat iedereen die eenmaal in de hemel is aangekomen de staat van heiligheid bereikt heeft, wordt deze geestelijke gemeenschap die zowel hemel als aarde omvat, traditioneel de Gemeenschap der Heiligen genoemd.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 946 e.v.


De Strijdende Kerk en de Triomferende Kerk
De Strijdende Kerk en de Triomferende Kerk zoals afgebeeld
op een fresco van Andrea da Firenze in de Santa
Maria Novella in Florence, ca. 1365
(klik ter vergroting)


De strijdende Kerk

Als de strijdende Kerk (Lat.: Ecclesia militans) bestaat de Katholieke Kerk uit de gelovigen op aarde, die op hun aardse levensweg moeten strijden tegen het kwaad door te kiezen voor het goede en voor God.

De strijd waar het hier om gaat moet in eerste instantie als een innerlijke, geestelijke en spirituele strijd tegen het kwaad in onszelf en tegen de kwade invloeden van buiten worden gezien en niet als een daadwerkelijke of zelfs gewelddadige strijd tegen andere mensen.

De gelovigen die deel uitmaken van de strijdende Kerk kunnen middels hun gebeden de hulp inroepen van hen die reeds tot de triomferende Kerk behoren, zowel voor zichzelf en voor hun dierbaren, alsook voor hen die in de lijdende Kerk gezuiverd worden.


De lijdende Kerk

Als de lijdende Kerk (Lat.: Ecclesia dolens) omvat de Katholieke Kerk ook de zielen van alle overledenen die in staat van loutering en zuivering verkeren alsvorens tot de hemelse zaligheid te worden toegelaten.

De zielen die tot de lijdende Kerk behoren kunnen geholpen worden door de gebeden die de gelovigen van de strijdende Kerk op aarde via de zielen van de triomferende Kerk in de Hemel tot Christus richten.

Deze staat van loutering werd vroeger, op grond van het Latijnse woord purgatorium, het vagevuur genoemd. In 2011 zei paus Benedictus XVI dat het hierbij niet om een uitwendig, maar om een inwendig vuur gaat, namelijk het brandend verlangen om volledig en volmaaakt te kunnen beantwoorden aan Gods Liefde.*


De triomferende Kerk

Als de triomferende of zegevierende Kerk (Lat.: Ecclesia triumphans) omvat de Katholieke Kerk tenslotte alle zielen die reeds het hemelse paradijs hebben bereikt, waar het goede over het kwade heeft gezegevierd en er eeuwig leven in volmaakt geluk is.

De zielen die tot de triomferende Kerk behoren kunnen door de gelovigen van de strijdende Kerk op aarde worden aangezocht om voorspraak te doen bij Christus, zowel voor henzelf als voor de zielen van de lijdende Kerk, die zich in staat van zuivering bevinden.


Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
KENMERKEN van de ROOMS-KATHOLIEKE KERK


In de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel wordt over de Kerk gezegd: "Ik geloof in de Ene, Heilige, Katholieke en Apostolische Kerk". De ware Kerk is daar waar deze zogeheten notae ecclesiae van eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit gewaarborgd zijn.

Deze kenmerken werden en worden ook door de andere christelijke kerken gebruikt, zowel om zichzelf te legitimeren als om zich van andere kerken te onderscheiden. Om de eigenheid van de Rooms-Katholieke Kerk duidelijk te maken is in de praktijk het 'Katholieke' nader gespecificeerd door er 'Rooms' aan toe te voegen.

De Rooms-Katholieke Kerk wordt dus gekenmerkt doordat zij Eén, Heilig, Rooms, Katholiek en Apostolisch is. Deze kenmerken zullen hierna nader worden besproken.


De Sint-Pietersbasiliek en het Apostolisch Paleis in Rome
De Sint-Pietersbasiliek en het Apostolisch Paleis in Rome:
zichtbare eenheid rondom het graf van de apostel Petrus


Eenheid

De term 'de Ene Kerk' uit de Geloofsbelijdenis wordt verschillend geïnterpreteerd. Sommigen zien een verschil tussen de Kerk die in het Credo beleden wordt (nl. als een onzichtbare, geestelijke Kerk) en de concrete kerken zoals die in de wereld bestaan.

In de traditionele katholieke visie valt de beleden Kerk volledig samen met de Rooms-Katholieke Kerk, zoals die één is rondom de Paus. Alle andere christelijke kerken gelden als afgescheidenen die tot de heilige Moederkerk dienen terug te keren. Deze visie werd voor het laatst bevestigd door paus Pius XII (1939-1958).

Kijkend naar de geleidelijk ontstane realiteit zag het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) in het Credo meer een opdracht om tot eenheid te komen, zoals Jezus het in Zijn laatste gebed verwoordde met de zinsnede "opdat zij één zijn" (Lat.: ut unum sint; Joh. 17,22).

De vier genoemde kenmerken werden weliswaar onloochenbaar en zuiver in de Rooms-Katholieke Kerk aanwezig geacht (Lat.: subsistit in), maar die zijn in de loop van haar geschiedenis niet altijd waargemaakt. Tevens erkende het Concilie dat deze kenmerken ook in andere kerken aanwezig kunnen zijn, zij het minder volledig als in de Rooms-Katholieke Kerk.

Theologisch gezien komt de eenheid van de Kerk voort uit het feit dat de Kerk met Christus is begonnen, in Christus voortleeft en naar Christus uitziet. De gedoopte gelovigen worden door de kracht van de Heilige Geest opgenomen en verenigd in het ene mystieke Lichaam van Christus.

Meer filosofisch gezien is de Kerk een eenheid wanneer mensen de door God geopenbaarde en in Christus belichaamde waarheid als doel en zin van hun leven zien.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 813 e.v.


Heiligheid

Heilig betekent 'heel', 'volmaakt', 'goed' en daarom ook 'goddelijk' omdat alleen God de volmaakt Goede en daarmee ook zuiver Liefde is. Deze goddelijke Liefde is mens geworden in de persoon van Jezus Christus en is blijvend aanwezig in de werkzaamheid van de Heilige Geest, waarvan liefde en heiligheid vruchten zijn.

Aanvaarding van en dankbaarheid voor deze goddelijke Liefde richt de gelovigen op God en maakt dat zij individueel en als Kerkgemeenschap heiliger kunnen worden. De Rooms-Katholieke Kerk bestaat weliswaar uit onvolmaakte en zondige mensen, maar doordat Gods Liefde de gelovigen aantrekt is de Kerk een gemeenschap die heiligt.

Heiligheid betekent daarom ook 'op de Goede Weg zijn', een Weg die gewezen wordt door de verhalen van het Joodse volk onderweg, van Jezus' heilzame leven en Zijn verlossende kruisdood, maar ook door de schoonheid van de Schepping en de goedheid en liefde die mensen onder elkaar mogen ervaren.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 823 e.v.


Rooms

De term 'Rooms' is later in de praktijk aan het 'Katholieke' toegevoegd om aan te geven dat het gaat om de Kerk die verenigd is rondom de Paus, de bisschop van Rome. Deze concrete plaats en deze zichtbare persoon vormen het centrum van de Rooms-Katholieke Kerk op aarde.

Deze tastbare aanwezigheid is minder vanzelfsprekend dan het op het eerste gezicht lijkt, want vaak wordt in het Christendom een eenzijdige nadruk op het geestelijke en het spirituele gelegd. "Rome" is daartegenover de belichaming van het principe dat in het Katholicisme de vorm niet minder belangrijk is dan de inhoud.

De onzichtbare en voor mensen uiteindelijk onvatbare God is immers mens geworden in de persoon van Jezus Christus, waarmee Hij zich met het aardse bestaan verbonden en verenigd heeft. Omdat de verlossing in de concrete wereldgeschiedenis heeft plaatsgevonden, mogen gelovigen daar met de middelen van deze wereld in delen.

De Kerk drukt daarom haar geloof en dat wat onzichtbaar, onhoorbaar en zelfs ondenkbaar is, uit in concrete, zichtbare, hoorbare en tastbare vormen: de woorden, symbolen, rituelen en ambten waarmee de Kerk Christus presenteert en Diens verlossende werk in deze wereld aanbiedt.


Katholiek

Het woord 'katholiek' komt van het Griekse woord katholikos, dat 'algemeen', 'gericht op het geheel', 'universeel' en 'allesomvattend' betekent. Dat de Kerk katholiek is, wil dus zeggen dat zij open staat voor alle mensen, dat haar geloof universeel is en het hele bestaan inspireert en vervult, dat zij een eenheid is die recht doet aan de menselijke verscheidenheid.

Deze alomvattendheid van de Kerk betekent niet dat alles mogelijk, geoorloofd of goed is, maar wel dat er ruimte is waarin de menselijke verscheidenheid tot zijn recht kan komen zonder dat de idealen van het geloof uit het oog worden verloren.

Omdat alleen God volmaakt is, kan alleen bij Hem en in Hem de gehele zo verscheiden, maar onvolmaakte aardse werkelijkheid tot zijn recht komen en ons menselijke verlangen naar geluk, troost en genezing volledig vervuld worden.

Volgens kerkleraar Cyrillus van Jeruzalem (ca. 315-386) kunnen bij katholiciteit vijf aspecten worden onderscheiden: het wereldwijde karakter van de Kerk, de gehele geloofsleer, de gerichtheid tot alle mensen, de allesomvattende vergeving van zonden en de volheid van gaven en deugden.

Pogingen om de vaak zo complexe problemen van het menselijke bestaan op te lossen door een eenzijdige nadruk te leggen op deelaspecten (zoals het verabsoluteren of zelfs 'vergoddelijken' van natie, klasse, ras, gelijkheid, vrijheid, zelfbeschikking, rijkdom of genot) is tot mislukken gedoemd. Eenzijdige nadruk op het één gaat namelijk altijd ten koste van het ander.

Uitgaande van en vooruitlopend op de alomvattende eenheid in God, houdt de Kerk ook hier op aarde al rekening met alle aspecten van het leven. Zij doet dit door deze aspecten te onderscheiden zonder ze te scheiden, zodat recht kan worden gedaan aan:

Godheid en mensheid, Jezus en Maria, geest en lichaam, woord en beeld, gevoel en verstand, contemplatie en actie, Kerk en samenleving, individu en gemeenschap, heden en verleden, arm en rijk, jong en oud, man en vrouw, heilig en zondig, etc.

Meer concreet komt deze openheid voor de verscheidenheid van de mensheid tot uitdrukking in het gebruik van alle vormen van cultuur en creativiteit, van tekst en muziek, van woord en beeld, van kunst en kitsch en van alle overige media en middelen waarmee mensen met elkaar communiceren.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 830 e.v.


Apostolisch

Tenslotte is de Rooms-Katholieke Kerk apostolisch omdat haar bisschoppen de rechtstreekse en getrouwe opvolgers zijn van de apostelen die door Jezus Christus werden uitgezonden.

Zoals Jezus hen uitzond om Zijn boodschap aan alle volkeren van de wereld te verkondigen, mensen tot Zijn leerling te maken, te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en Zijn geboden te leren onderhouden (Mattheüs 28, 18-20), zo zijn dat ook de taken van de Kerk geworden.

Doordat de eerste apostelen telkens opvolgers hebben aangesteld en aan hen hun geloof hebben overgedragen, is een steeds grotere en uiteindelijk wereldwijde gemeenschap ontstaan, die rechtsstreeks teruggaat tot Christus zelf en die voortleeft in Zijn Geest.

Dit maakt dat de Rooms-Katholieke Kerk een eenheid is, niet alleen een geestelijke en spirituele eenheid, maar ook een daadwerkelijke eenheid rondom de personen die het bisschopsambt bekleden en met name rondom de persoon van de Paus, die als directe opvolger van Petrus de plaatsbekleder van Christus is.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 857 e.v.


Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
TAKEN van de ROOMS-KATHOLIEKE KERK


De taken van de Rooms-Katholieke Kerk zijn: het verkondigen van het geloof, het heiligen van de gelovigen en het besturen van de Kerkgemeenschap. Deze zullen hierna nader worden besproken.

De drie taken vloeien voort uit Christus, die als leraar, priester en herder Zijn Kerk onderwijst, heiligt en bestuurt en die tot Zijn apostelen zei:

"Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga, en maak alle volkeren tot leerling; doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, en leer hun alles onderhouden wat Ik jullie geboden heb. Weet wel, Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld." (Mattheüs 28, 18-20).


Besturen

Het besturen (Lat.: munus regendi) is een taak die met name aan de bisschoppen toekomt en die hen de verantwoordelijkheid geeft voor alles wat zich onder hun gezag in het aan het toevertrouwde gebied (het bisdom) afspeelt.

De bisschoppen delegeren een deel van deze taken aan de dekens en de pastoors van de dekenaten, respectievelijk parochies van hun bisdom. Voorbeeld en inspiratie bij deze bestuurstaak is Christus, zoals voorgesteld in het beeld van de Goede Herder.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 894 e.v. en Boek 2 van het Wetboek van Canoniek Recht.


Jezus als de Goede Herder
Jezus als de Goede Herder


Verkondigen

De primaire taak van de Kerk is het verkondigen (Lat.: munus docendi) van het christelijk geloof en in het bijzonder het Evangelie van Jezus Christus, zoals dat is beschreven in de geschriften van het Nieuwe Testament.

Deze taak komt in eerste instantie toe aan de bisschoppen, die de rechtstreekse opvolgers van de apostelen zijn. De bisschoppen worden op lokaal niveau bijgestaan door priesters en door daartoe aangewezen lekengelovigen (catechisten en pastorale werkers).

Het doorgeven van de boodschap van Christus is de Traditie (van het Latijnse tradere = doorgeven) geworden, die naast de Bijbel één van de hoofdbronnen van het katholieke geloof is.

In het verlengde van het geloof verkondigt de Kerk ook publieke moraal, dat wil zeggen ethische normen voor het menselijk (samen)leven. Met name deze moraal roept tegenwoordig vaak grote weerstand op. Toch kan de Kerk hier niet van af zien, aangezien het individuele geloof nauw verbonden is met het gemeenschappelijke samenleven.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 888 e.v. en Boek 3 van het Wetboek van Canoniek Recht.


Heiligen

Heiligen betekent 'heel maken' en vloeit voort uit de verkondiging van het Evangelie, waarin het heil en de verlossing bekend worden gemaakt. Concreet geschiedt het heiligen (Lat.: munus sanctificandi) door de bediening van de zeven Sacramenten op de grote momenten in het leven van mensen, alsmede met de kleinere sacramentalia voor het leven van alledag.

De zeven Sacramenten zijn de Doop, het Vormsel, het Huwelijk, het Priesterschap, de Eucharistie, de Biecht of Verzoening en de Ziekenzalving.

Ook deze taak komt in eerste instantie toe aan de bisschoppen, die bevoegd zijn om alle Sacramenten te bedienen. Priesters mogen ook de Sacramenten bedienen, behalve die van het Priesterschap, het Vormsel en diverse wijdingen die aan de bisschop zijn voorbehouden.

Zie hierover ook de Catechismus van de Katholieke Kerk, paragraaf 893 en Boek 4 van het Wetboek van Canoniek Recht.


Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
KERKTYPE


De Rooms-Katholieke Kerk is van het episcopaal-hiërarchische kerktype. Bij dit type is de kerk hiërarchisch georganiseerd rond en vanuit de bisschop (Lat.: episcopus) als gewijde ambstdrager. In de Rooms-Katholieke Kerk is dit type het meest zuiver uitgewerkt. Andere kerken van dit type zijn bijvoorbeeld de Anglicaanse kerk, de Lutherse kerken en de Oud-Katholieke kerken.


Episcopaal-Hiërarchisch

Bij het episcopaal-hiërarchische kerktype is er eenheid rond de gewijde ambtsdrager. Het hoogste gezag ligt bij de bisschoppen, die in de Rooms-Katholieke Kerk onder leiding staan van de Paus. De structuur is hiërarchisch en gecentraliseerd en is theologisch gezien hoofdzakelijk Christologisch gefundeerd ("Christus regeert via Zijn plaatsbekleder en de opvolgers van Zijn apostelen").

Bij dit type gaat het ambt vooraf aan de gemeenschap: Ubi episcopus, ibi Ecclesia, oftewel "Waar de bisschop is, daar is de Kerk". Op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) is dit principe enigszins gematigd, in de zin dat de parochianen worden gezien als het Volk Gods waaraan een priester wordt toegevoegd.

Deze visie tendeert naar het presbyteriaal-synodale kerktype waarin geldt: "Geen gemeente zonder ambt en geen ambt zonder gemeente". Voor de Rooms-Katholieke Kerk is het echter de vraag hoeveel gewicht aan deze nieuwe visie kan worden toegekend, zonder daarbij afbreuk te doen aan de centrale rol van Jezus Christus.


Andere kerktypen

Naast het episcopaal-hiërarchische kerktype kunnen ook nog het presbyteriaal-synodale en het congregationeel-independente kerktype worden onderscheiden:

Presbyteriaal-synodaal

Bij dit kerktype is er eenheid van confessie, dat wil zeggen men is verenigd op basis van een gemeenschappelijke geloofsbelijdenis en geloofspraktijk. Het hoogste gezag ligt bij de kerkenraad (aristocratisch). Samenwerking is synodaal, op basis van gelijkheid.

Theologisch is hierbij zowel sprake van Christologische als van pneumatische elementen ("Christus regeert door Zijn Geest"). Kerken van dit type zijn de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en haar voorganger de Nederlands Hervormde Kerk.


Congregationeel-independent

Bij dit kerktype is er eenheid in het persoonlijke geloof, dat wil zeggen voor verbondenheid zijn persoonlijke ontmoetingen en overeenstemming in persoonlijk geloof bepalend. Het hoogste gezag ligt bij de gemeente c.q. de vergadering van gelovigen (democratisch). Van samenwerking is slechts sprake voor zover de onafhankelijke gemeenten daartoe bereid zijn.

Theologisch is hier sprake van een pneumatische ecclesiologie ("De Geest waait waar Hij wil"). Kerken van dit type zijn bijvoorbeeld de Pinkstergemeenten, maar ook de vele sekten op protestantse grondslag. Ook de in de Protestantse Kerk in Nederland opgegane Gereformeerde kerken in Nederland kunnen tot dit type worden gerekend.


Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
KERKELIJK RECHT


De Rooms-Katholieke Kerk heeft haar eigen rechtsregels en haar eigen wetboek, het Wetboek van Canoniek Recht (Lat.: Codex Iuris Canonici, afgekort CIC), dat ook wel de Codex genoemd wordt.

De artikelen in dit wetboek heten canones (enkelvoud: canon, het Griekse woord voor richtlijn of regel). Dit recht zoals dat door de organen van de Rooms-Katholieke Kerk wordt vastgesteld, toegepast en gehandhaafd, wordt daarom ook wel het canoniek recht genoemd.

Het kerkelijk recht gaat alleen over interne organisatorische, praktische en disciplinaire aangelegenheden en geeft dus geen regels inzake de moraal of het geloof. Deze beide laatste onderwerpen vallen onder de moraaltheologie, respectievelijk de algemene theologie.


Het Wetboek van Canoniek Recht

Het huidige Wetboek van Canoniek Recht dateert uit 1983 en vervangt de Codex uit 1917. De oorspronkelijke tekst van dit wetboek is het Latijn en hoewel er ook een Nederlandse vertaling is, geeft bij eventuele tekstuele onduidelijkheden de Latijnse tekst de doorslag.

Het Wetboek van Canoniek Recht geldt voor de gehele Latijnse, d.w.z. Rooms-Katholieke Kerk en voor al haar leden en organen wereldwijd. Op het terrein van het vermogensrecht laat het nieuwste kerkelijk Wetboek vrij veel ruimte voor nadere invulling volgens het lokale recht en de lokale omstandigheden.

Met betrekking tot de interne aangelegenheden en met name de kern van het geloofsleven, de bediening van de Sacramenten, zijn de regels echter zeer strikt.

Het Wetboek van Canoniek Recht bestaat uit zeven boeken, te weten:
Boek 1: Algemene normen
Boek 2: De bestuurstaak jegens het Volk Gods
Boek 3: De verkondigingstaak van de Kerk
Boek 4: De heiligingstaak van de Kerk
Boek 5: De kerkelijke goederen
Boek 6: Kerkelijke misdrijven, straffen en dwalingen
Boek 7: De kerkelijke rechtsgang.


Het Wetboek voor de Oosterse Kerken

De Oosterse Katholieke Kerken hebben met het Canoniek Wetboek voor de Oosterse Kerken (Lat.: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium, afgekort CCEO) hun eigen wetboek, dat speciaal is toegesneden op de verschillende en vaak zeer oude tradities, gebruiken en riten van deze kerken.

Dit wetboek is door paus Johannes Paulus II gepromulgeerd op 18 oktober 1990 en in werking getreden op 1 oktober 1991.


Basisprincipes van het canoniek recht

Het kerkelijk of canoniek recht is gebaseerd op en geïnspireerd door het Goddelijk recht (Lat.: Ius Divinum) zoals dat naar voren komt in de de Heilige Schrift, de apostolische traditie en de geschriften van de kerkvaders en kerkleraren. Uit deze algemene principes van het Ius Divinum leiden kerkjuristen de meer concrete regels van het kerkelijk recht af.

Het uitgangspunt van het canoniek recht is het 'vicariaat'. Daarbij word uitgegaan van Christus als het Hoofd van de Kerk, wiens plaats wordt bekleed door de Paus en de bisschoppen. Hieruit zijn de volgende twee basisprincipes afgeleid:

1. Alleen aan hen die een wijding (tot priester of bisschop) hebben ontvangen komt kerkelijke bestuursmacht toe. Dit plaatst hen boven de niet-gewijde gelovigen (de 'leken') en geeft zo uitdrukking aan de hiërarchische structuur die voortkomt uit een geloof dat in de menselijke geschiedenis geworteld is en door traditie wordt overgedragen.

2. Elke gewijde ambtsdrager bezit binnen zijn ambtsgebied de volledige bestuursmacht, dus zowel de wetgevende, uitvoerende als de rechtsprekende macht.

Aangezien in de Rooms-Katholieke Kerk de macht en dus ook de verantwoordelijkheid wordt toegekend aan ondeelbare menselijke personen, en niet aan onpersoonlijke instituten, is er in de Kerk geen sprake van een machtenscheiding zoals die in het wereldlijke staatsrecht bekend is (de zgn. trias politica).


Exemplaar van het Corpus Iuris Canonici uit 1591
Exemplaar van het Corpus Iuris Canonici, de middeleeuwse
verzameling van kerkelijke wetten en regels, uit 1591


Particulier recht

Vanwege de hiërarchische structuur heeft het universele recht, dat voor de gehele wereldkerk geldt, voorrang boven particulier recht, dat alleen voor bepaalde of specifieke gebieden of terreinen geldt. Particulier recht is dan ook niet rechtsgeldig wanneer het in strijd is met universeel recht.

Voorbeelden van particulier kerkelijk recht zijn door bisschoppen uitgevaardigde reglementen voor de interne aangelegenheden van een bisdom of van een parochie.

Eventueel in de praktijk gegroeid gewoonterecht wordt als geldig erkend, mits dat niet in strijd is met de geschreven regels en gedurende minstens 30 jaar achtereen gepraktiseerd wordt.


Kerkelijke jurisprudentie

Het canoniek recht kent geen echte jurisprudentie in de zin van openbare uitspraken van kerkelijke rechters die als precedent fungeren en daarmee tevens als bron van recht fungeren. Het Wetboek geldt als algemene regel, dat zich niet leent om gaandeweg door jurisprudentie, die zich uit individuele gevallen ontwikkeld, te worden gewijzigd.


Canonieke billijkheid

Om ongewenste, of zelfs onrechtvaardige gevolgen van onverkorte toepassing van de kerkelijke regels te voorkomen, geldt de zgn. canonieke billijkheid. Die houdt in dat het vanuit oogpunt van rechtvaardigheid en barmhartigheid geoorloofd kan zijn om, afhankelijk van de omstandigheden, in concrete individuele gevallen van de algemene regels af te wijken, danwel deze welwillend te interpreteren. In zo'n geval kan een canoniekrechtelijke sanctie achterwege blijven.

Omdat een zulke afwijkingen van de regels louter geoorloofd kunnen zijn op grond van specifieke concrete en individuele omstandigheden, mag zo'n geval niet als precedent worden gezien. Voor derden blijven gewoon de algemene regels gelden en eventuele afwijkingen moeten opnieuw worden beoordeeld.


Links en bronnen
- Wikipedia: Canoniek recht NL
- De Codex Iuris Canonici: Deutsch DE - English GB - Français FR
- De Codex in het Latijn en in het Duits: www.codex-iuris-canonici.de DE
- Diverse bronnen en artikelen: www.ulrichrhode.de DE GB
- Kerkrechtportaal: www.kirchenrecht.net DE
- Spaanse kerkrechtsite: www.iuscanonicum.org SP

Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
KERKLATIJN


De Rooms-Katholieke Kerk hanteert voor de officiële liturgie en voor plechtige documenten het Latijn als liturgische, respectievelijk ambtelijke taal.


Latijnse bijbel
Verluchte bladzijde uit de Latijnse Bibbia Bassetti,
geschreven tussen 1251 en 1275
(klik ter vergroting)


Het Latijn werd vroeger gesproken door de Romeinen en was de taal van het Romeinse Rijk. Hieruit ontstonden geleidelijk aan de Romaanse talen (o.a. Italiaans, Frans, Spaans), waarna het klassieke Latijn een dode taal werd, die alleen nog gebruikt werd door geleerden en tot op de dag van vandaag in de Rooms-Katholieke Kerk.

Het Latijn zoals dat in de Kerk wordt gebruikt is in de loop der tijd op diverse punten en ook qua uitspraak of spelling gaan afwijken van het klassieke Romeinse Latijn (bijv. coeli i.p.v. caeli). Daarom wordt ook wel gesproken van "kerklatijn".


Eenheid

Hoewel het Latijn ook in de Kerk minder wordt gebruikt dan vroeger, is het nog steeds een belangrijke uitdrukking van de eenheid van de Kerk en van de verbondenheid van haar leden, zowel wereldwijd als door de eeuwen heen. Het feit dat het Latijn door geen enkel volk of land meer gesproken wordt, maakt dat niemand zich erdoor voorgetrokken of achtergesteld kan voelen.

Tot het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) was het Latijn de enige en officiële liturgische taal van de Rooms-Katholieke Kerk. Zowel de heilige Mis (Eucharistieviering), als de toediening van de sacramenten en nagenoeg alle andere zegeningen en rituelen werden in het Latijn gedaan.


Grieks

Het Latijn is echter niet altijd de liturgische taal van de Kerk geweest. In de eerste 150 jaar van het Christendom werd de liturgie namelijk in het Grieks gevierd. Dat was de taal die door de meer ontwikkelde mensen in het Oosten van het Romeinse rijk gesproken werd.

Toen het Christendom steeds meer aanhang kreeg stapte men over op het Latijn als zijnde de toenmalige volkstaal. Van de oude liturgie in het Grieks zijn nog enkele restanten bewaard gebleven, met name het "Kyrie eleison", dat in het Latijn "Domine miserere" en in het Nederlands "Heer ontferm U" luidt.


Volkstaal

De protestanten wilden niets van het Latijn weten en voerden, nadat zij zich van Rome hadden afgescheiden, in hun kerken de lokale volkstaal in. Dit met de bedoeling het Woord Gods ook voor de gewone man verstaanbaar, leesbaar en begrijpelijk te maken. In reactie daarop legde de Rooms-Katholieke Kerk nog meer nadruk op het Latijn als teken van de supranationale eenheid van de Kerk.

Met vergelijkbare argumenten als van de protestanten besloot het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) dat naast het Latijn in de liturgie voortaan ook de volkstaal gebruikt mocht gaan worden. Hoewel het zeker niet de bedoeling was het Latijn af te schaffen, kreeg de volkstaal in de praktijk al snel de overhand en werd het Latijn een uitzondering. Als reactie daarop ontstonden in diverse landen verenigingen die het gebruik van de Latijnse liturgie willen bevorderen.


Ambtelijke taal

Toen de Kerk in de 4e eeuw niet meer vervolgd en het Christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk werd, namen de kerkelijke gezagsdragers voor hun bestuurlijke taken de methoden en gewoonten van het Romeinse bestuur over en daarmee ook het Latijn als ambtelijke taal.

Dit werd pas anders toen het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) besloot dat de officiële kerkelijke documenten niet meer alleen in het Latijn, maar ook in moderne talen opgesteld mochten worden. Sindsdien worden nagenoeg alle lokale en nationale kerkelijke documenten in de betreffende landstaal opgesteld.


Huidig gebruik

De documenten die uitgaan van de Paus en de Romeinse Curie worden nog altijd in het Latijn opgesteld. De belangrijkste stukken worden daarna vertaald in de zes moderne talen die het Vaticaan gebruikt: Duits, Engels, Spaans, Frans, Italiaans en Portugees. Onder paus Johannes Paulus II werd ook in zijn moedertaal, het Pools, vertaald.

Dit betekent dat voor alle officiële teksten en documenten, zowel liturgische als bestuurlijke, de Latijnse tekst de originele en authentieke versie (Lat.: editio typica) is en dus de doorslag geeft wanneer de vertalingen aanleiding geven tot onduidelijkheden of interpretatieverschillen.


Een in het Latijn geschreven bul van paus Johannes Paulus II
Een in het Latijn geschreven bul van paus Johannes Paulus II



Nieuwe woorden

Om het gebruik van het Latijn in de Kerk te bevorderen richtte paus Paulus VI in 1976 de stichting Latinitas op. Het belangrijkste project van de stichting was het Lexicon Recentis Latinitatis, een woordenboek waarin ca. 15.000 nieuwe Latijnse woorden zijn opgenomen die oorspronkelijk niet in het Latijn voorkwamen, zoals telefoon, televisie, computer e.d.

Zulke nieuwe woorden maakten het steeds moeilijker om in de officiële kerkelijke documenten in het Latijn daarover te schrijven. Een uittreksel van het Lexicon verscheen in 2005 in het Nederlands onder de titel Vaticaans Woordenboekje. De stichting Latinitas werd in 2012 opgeheven.


Links en bronnen
- Wikipedia: Kerklatijn NL
- De Vereniging voor Latijnse Liturgie: www.latijnseliturgie.nl NL
- Idem voor de Verenigde Staten: www.latinliturgy.com US
- Woordenboek Latijn-Nederlands: www.latijnnederlands.nl NL
- De Vaticaanse stichting Latinitas en het Lexicon Recentis Latinitatis IT
- Uitgebreide lijst van Latijnse afkortingen GB

Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven
KERKELIJKE HERALDIEK


Naast een eigen rechtsstelsel en een eigen taal heeft de Rooms-Katholieke Kerk ook haar eigen heraldiek, oftewel wapenkunde. Deze heeft in eerste instantie betrekking op wapens, zoals die van de Paus, de bisschoppen, de bisdommen en de kloosters, maar in ruimere zin ook op vlaggen, zegels en daarmee samenhangende emblemen.


Wapen van bisschop Punt van Haarlem-Amsterdam
Wapen van Mgr. Jozef Marianus Punt
bisschop van Haarlem-Amsterdam


Kerkelijke attributen

De kerkelijke heraldiek onderscheidt zich van de wereldlijke heraldiek doordat in plaats van wereldlijke en militaire tekens, zoals kronen en helmen, kerkelijke attributen gebruikt worden, zoals de prelatenhoed en de kruisstaf. Voor het wapenschild zelf gelden in de kerkelijke heraldiek geen andere regels dan die in de wereldlijke heraldiek.

Het wapen van de Paus is als enige geplaatst op de schuingekruiste sleutels van de apostel Petrus met daarboven de pauselijke tiara. Deze laatste werd in 2005 door paus Benedictus XVI vervangen door een gestileerde mijter, wat een breuk met de systematiek van de kerkelijke heraldiek vormde.

Alle overige ambtsdragers uit de kerkelijke hiërarchie voeren een prelatenhoed boven hun wapen. Voor kardinalen is deze hoed rood, voor bisschoppen groen en voor priesters zwart. Hun rang wordt nader aangeduid door het aantal kwasten dat van de hoed afhangt en het soort kruisstaf achter het schild.

Abten voeren eveneens een prelatenhoed, maar dan met een kromstaf voorzien van een sluier achter hun wapenschild. Ook abdissen voeren een dergelijke kromstaf, maar dan zonder hoed. De wapens van (aarts)bisdommen zijn voorzien van een mijter, met een kromstaf en een (dubbelarmige) kruisstaf schuingekruist achter het schild.


Wapen van het bisdom Haarlem-Amsterdam
Wapen van het bisdom
Haarlem-Amsterdam


Literatuur

Het standaardwerk voor de kerkelijke heraldiek is het door Mgr. Bruno Bernard Heim geschreven boek onder de titel Kerkelijke heraldiek, van 1270 tot Johannes Paulus II, dat in 1979 door uitgeverij Averbode ook in het Nederlands werd uitgebracht.

Mgr. Bruno Bernard Heim (1911-2003) was een pauselijk nuntius en daarnaast een bekend en gerenommeerd kerkelijk heraldicus, die naast vele kerkelijke wapens ook de wapens van de pausen Johannes XXIII, Paulus VI, Johannes Paulus I en Johannes Paulus II ontworpen c.q. aangepast heeft.


Voorkant van het boek Kerkelijke Heraldiek


Links en bronnen
- Wikipedia: Kerkelijke heraldiek - Bruno Bernard Heim NL
- Artikel door François Velde: Catholic Heraldry US
- Idem over de pauselijke heraldiek: Papal Heraldry US
- Catholic Encyclopedia: Ecclesiastical Heraldry (1910) US
- Wapens van pausen en kardinalen: www.araldicavaticana.com IT

Home > Rooms-Katholieke Kerk - naar boven 



Katholiek.org © april 2005 / januari 2021